-
1 go about
-
2 bonk
v. slaan, smakken; (Brits Engels, Vulgaire Slang) neuken, sexuele omgang hebben -
3 foregather
-
4 forgather
v. vergaderen; samenkomen; omgang hebben (met)forgather, foregather[ fo:gæðə]1 bijeenkomen ⇒ samenkomen, (zich) verzamelen -
5 lie with
naar bed gaan, sexuele omgang hebben metlie with1 zijn aan ⇒ de verantwoordelijkheid zijn van, afhangen van♦voorbeelden: -
6 get fucked
(vulgaire spreektaal) sexuele omgang hebben, lekker kunnen neuken; in de problemen raken; misbruikt zijn door, opgelicht zijn -
7 relation
n. relatie; familielid; betrekking, verhouding, verband[ rilleesjn]3 betrekking ⇒ relatie, verband♦voorbeelden:have business relations with someone • handelsbetrekkingen onderhouden met iemandhave (sexual) relations with someone • geslachtelijke omgang met iemand hebben -
8 deal with
zaken doen met, handel drijven metdeal with1 zaken doen met ⇒ handel drijven met, kopen bij5 behandelen ⇒ bejegenen, omgaan met7 gaan/handelen over♦voorbeelden: -
9 have (sexual) relations with someone
have (sexual) relations with someoneEnglish-Dutch dictionary > have (sexual) relations with someone
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский